productie champagne van a tot z
1. De oogst
In de maanden augustus tot oktober worden de druiven met de hand geplukt; de oogsttijd hangt af van hoe rijp de druiven zijn. De wijntelers mogen de druiven niet met machines plukken; de druiven moeten met de hand geplukt worden zodat alleen de beste en rijpe druiven worden gebruikt voor de Champagne. Na het plukken worden de druiven zorgvuldig geperst zodat de sap helderwit blijft.
2. De Eerste fermentatie
Het sap wordt in een tank gedaan en de eerste fermentatie vindt plaats. Het resultaat is een zure, stille witte wijn die geheel droog gefermenteerd is. (de wijnproducent zorgt ervoor dat alle natuurlijke suikers van de druif uit de wijn wordt gefermenteerd). Sommige wijnproducenten kiezen ervoor om te fermenteren in een houten vat, dit is een moeilijkere techniek om mousserende wijn te maken.
3. De Assemblage
De kunst van het blenden (mengen). Stille witte wijnen worden gemengd met wat Reserve-wijnen om zodoende de basis voor Champagne te maken; Pinot Noir, Pinot Blanc en Chardonnay worden samengevoegd.
De assemblage begint vroeg in het voorjaar, ongeveer 5 maanden na de oogst
4. De Tweede fermentatie
Een mengsel van gist, voedingsstoffen en suiker (Liqueur de tirage) wordt toegevoegd aan de wijn tijdens de Tweede fermentatie. De wijn wordt in een fles met dik glas gedaan en afgesloten met een dop. De flessen worden in een koude kelder geplaatst om zo geleidelijk te fermenteren zodat er alcohol en kooldioxide vrijkomt. Dit is het belangrijkste deel; de kooldioxide kan niet ontsnappen en lost op in de fles en het resultaat is een mousserende wijn als gevolg van de kooldioxide.
5. Het rijpingsproces
Tijdens het fermentatie-proces gaan de gistcellen dood en enkele maanden later is de fermentatie compleet. Echter, de Champagne blijft enkele jaren rijpen in de koude kelder wat resulteert in een warm, gistachtig karakter. Tijdens dit rijpingsproces, spatten de gistcellen open en druppelen in de oplossing en brengen complexe, gistachtige smaken voort in de Champagne. De beste en meest exclusieve Champagnes hebben een rijpingstijd van 5 jaar of langer. Dit is het eindproces van de Tweede fermentatie.
6. Het draaien van de flessen
Nadat het rijpingsproces heeft plaatsgevonden, worden de dode gistcellen verwijderd, dit proces wordt genoemd; Remuage. De Champagnefles wordt omgekeerd in een hoek van 75 graden in de houder van een flessenrek geplaatst. Elke dag, geeft de draaier (“le Remueur”) de fles een 1/8e draai terwijl hij de fles omgekeerd blijft houden. Deze procedure zorgt ervoor dat de dode gistcellen in de flessenhals terechtkomen van waar ze verwijderd worden.
De flessen worden ondersteboven in de flessenrekken geplaatst en geleidelijk al draaiende komt de fles in rechtopstaande positie. Madame Veuve Cliquot is de uitvinder van dit model van het flessenrek.
7. De Dégorgement
De Dégorgement is de laatste stap in het productieproces van de Champagne. De Champagnefles wordt ondersteboven gehouden terwijl de flessenhals wordt bevroren door middel van een ijs/zout-bad. Deze procedure resulteert in een prop van bevroren wijn die dode gistcellen bevat. Uiteindelijk, wordt de flessendop verwijderd en door de druk van de kooldioxide uit de fles wordt de prop met bevroren wijn uit de fles gespoten (Dégorgement) zodoende blijft er een heldere Champagne over. Dit ritueel zorgt ervoor dat er en beetje wijn uit de fles wordt gemorst.
8. De Dosage
Een mengsel van witte wijn, Brandy, en suiker (Liqeur de tirage/Liqueur d’Expédition) wordt toegevoegd om de suikergehalte van de Champagnewijn aan te passen en om de fles op te vullen. Deze procedure bepaalt of een Champagne Brut Nature, Extra Brut, Brut, Extra Sec, Sec, Demi Sec of Doux zal zijn.
De inhoud van dit mengsel is per Champagnehuis verschillend en is strikt geheim.
9. Het kurken
De kurk wordt op de fles gedaan en op de kurk wordt een metalen cap bevestigd om ervoor te zorgen dat de kurk er, door de hoge druk van de kooldioxide in de fles, niet uitschiet.